de uitvinding van Het uiterwaarden model

< vorig | volgend > | home ^ | print | afbeelding


OP DE ZUIDELIJKE OEVER VAN DE WAAL in het oosten van Nederland liggen de Beuningse uiterwaarden, deze zijn het zichtbare overblijfsel van de ontstaansgeschiedenis van het land van Maas en Waal, het land dat is ontstaan door wat de rivier in de afgelopen eeuwen heeft achtergelaten. Begin 2000 nodigde de stichting van Weurt tot Deest Bureau Venhuizen uit om een project te organiseren dat een verbinding maakt tussen de kunst en het uiterwaardenlandschap. In het voorstel blijft het daadwerkelijke uiterwaardenlandschap onaangeroerd. In de afgelopen decennia is hier namelijk met veel inzet een kunstmatig landschap gecreëerd waarin de natuurlijke dynamiek is hersteld die zo typerend was voor de oorspronkelijke uiterwaarden. In dit project destilleren we de essentie uit het uiterwaardenlandschap en brengen die onder in het Uiterwaardenmodel.

pdf De uitvinding van het Uiterwaardenmodel (12MB)

www.uiterwaardenmodel.nl



De kern van het Uiterwaardenmodel is een flexibel verbond met de elementen en is als zodanig een waardig opvolger van het verouderde Poldermodel, een overlegmodel uit de politiek ook wel bekend als de derde weg. Beide modellen komen voort uit de omgang met het water maar waar het Poldermodel uitging van strijd tegen het water, het volledig onderwerpen van de natuur, ziet het Uiterwaardenmodel de natuur als een vruchtbare bodem waarmee gebouwd kan worden. In dit model gaat het niet om de vorm die het landschap gekregen heeft, maar om de wijze waarop het tot stand is gekomen.

Het cultuurlandschap achter de dijk, het gebied van Weurt tot Deest, wordt momenteel overspoeld door grootschalige ontwikkelingen op het gebied van de Ruimtelijke Ordening, zoals woningbouw, infrastructuur en zandafgravingen. Het Uiterwaardenmodel brengt een sedimentatieproces teweeg waaruit kwaliteiten van cultuurhistorie en cultuuractualiteit gefilterd worden, die een sturende positie in kunnen nemen bij de nieuwe ingrepen in het gebied. Deze kwaliteiten worden dusdanig ontwikkeld en gecommuniceerd dat ze een bijdrage kunnen leveren aan de continuïteit van cultuur in dit voortdurend veranderende landschap.

Recherge en peiling Het project bestaat uit vier opeenvolgende fasen. De eerste fase bestond uit het verzamelen van gegevens over het gebied door middel van de Recherge en de Peiling. Hieruit zijn verschillende actuele thema’s van het cultuurlandschap gedestilleerd. Studenten kunst en bouwkunst uit Nederland, Noorwegen, Engeland en Zwitserland buigen zich ook over deze thema’s. De uitkomsten hiervan worden voorgelegd aan een spiegelgroep, bestaande uit jonge bewoners van Weurt tot Deest. Het resultaat van beiden maakt deel uit van het materiaal dat de basis vormt voor de tweede fase van het project.

Voor de Peiling zijn huis aan huis kaarten verspreid waarop de bevolking op verschillende niveaus opmerkingen kan geven over de leefomgeving. Zo waren er drie schaalniveaus: de eigen stoep, de streek en heel Nederland. Sommige antwoorden zijn heel abstract, andere juist heel concreet. De antwoorden geven een goed beeld van wat er van Weurt tot Deest leeft: de natuur wordt erg gewaardeerd, je woont er voor de rust en voor haar landelijk karakter, etc. Maar er zijn ook veel tegenstrijdige opmerkingen. Zoals de vraag naar meer woningen en voorzieningen, naast de vraag naar het behoud van het dorpse karakter. Hier moet dus naar een mogelijke oplossing gezocht worden. Alle opmerkingen zijn verwerkt en samengevat in een drietal collages die tonen hoe van Weurt tot Deest er uit ziet door de ogen van haar bewoners.

Sessies De tweede fase bestaat uit drie sessies rond de vastgestelde thema’s. Voor deze sessies wordt een zestal deskundigen uitgenodigd: twee bewoners uit het gebied van Weurt tot Deest, twee Nederlandse deskundigen op het terrein van het geformuleerde thema en twee deskundigen uit het buitenland. De sessiegroep wordt aangevuld met vertegenwoordigers van de groep studenten en de spiegelgroep. Doel van de sessies is om de bijeenkomsten snelkookpan en toets tegelijk te laten zijn van de door de thema’s veroorzaakte ideeën.

Sessie 1: Innovatief leven, of versterking door verschraling De voordelen van de verzorgingstaat hebben bij een brede laag van de bevolking geleid tot een hoge mate van afhankelijkheid van de overheid. In probleemsituaties wordt dan ook verwachtingsvol naar de overheid gekeken. De overheid wekt weliswaar de suggestie van controle maar blijkt in veel gevallen niet bij machte ontstane problemen op te lossen. Het is dus van belang dat het eigen probleemoplossend vermogen van de bevolking ontwikkeld en de zelfredzaamheid gestimuleerd wordt, zodat we minder afhankelijk en meer opgewassen zijn tegen veranderende situaties. Tijdens de sessie worden de mogelijkheden in kaart gebracht waarmee mensen weer zelf invloed kunnen gaan uitoefenen op hun leefomgeving. Tussen de gesignaleerde problemen in het gebied wordt met een team van specialisten en bewoners gespeurd naar mogelijkheden voor innovatieve omkeringen, dit wil zeggen van afhankelijk naar zelfredzaam. Voor deze sessie kunnen bijvoorbeeld specialisten uitgenodigd worden uit ontwikkelingslanden waar men gewend en geoefend is in het optimaliseren van situaties die wij hier als verre van ideaal beschouwen. De resultaten van deze sessie vormen de uitgangspunten voor de volgende fase van het project.

Sessie 2: van Dirt tot Waste: hondenpoep Hoewel het als dagelijkse bron van ergernis buitengewoon banaal lijkt, toont dit thema de hedendaagse samenleving op vele niveau’s: van de ruimtelijke inrichting van de openbare ruimte en de afstemming van conflicterende belangen daarbinnen, via eenzaamheid die verlicht wordt door gekocht (honden)gezelschap, de welvaart die dit mogelijk maakt, tot en met de nadagen van de verzorgingstaat, waarin mensen recht hadden op vele dingen en de staat daarvoor zorg droeg. In toenemende mate bestaat er het conflict van de eigen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de opgeëiste vrijheid.

In deze sessie worden een aantal mensen bijeen gebracht die vanuit verschillende invalshoeken de problematiek van de hondenpoep gaan belichten, zowel praktisch als sociologisch, filosofisch als vanuit de kunst. Hondepoep is hiermee een sleutel tot het geconstateerde vuilnisprobleem in van Weurt tot Deest, van zwerfvuil tot de vuilverwerkingscentrale. De resultaten van deze sessie vormen de cultuuractuele uitgangspunten voor fase drie.

Sessie 3: Identiteit versus imago Uit de peiling is gebleken dat de bewoners van het gebied een groot maar tegenstrijdig identiteitsbesef hebben. Men hecht waarde aan zowel het landelijke karakter als aan stedelijke voorzieningen, aan zowel goede bereikbaarheid als aan stilte en afwezigheid van verkeer. De vraag is nu wat de bewoners als waardevolle cultuurelementen – in landschappelijke, cultuurhistorische of sociale zin – beschouwen die beschermd en gecontinueerd moeten worden. In deze sessie worden de gebieds-identiteiten in kaart gebracht, besproken en gewogen. Externe deskundigen buigen zich over de Peiling-resultaten en confronteren dit met hun kennis van de identiteit van de hedendaagse (sub)urbane samenleving in het algemeen en van Weurt tot Deest in het bijzonder. De resultaten van deze sessie vormen de cultuurhistorische uitgangspunten voor ‘The making of van Weurt tot Deest’.

The making of van Weurt tot Deest De in de sessies verzamelde uitgangspunten vormen de basis voor The making of van Weurt tot Deest (TMWD). TMWD bestaat uit een intensief simulatie/rollenspel waarin alle gegevens worden toegepast op actuele ontwikkelingen in het gebied van de gemeente Beuningen. Een voorbeeld hiervan is de grootschalige verandering ten zuiden van het dorp Winssen, waar de grootste zandafgraving van Nederland gepland staat.
De deelnemers aan het spel zijn burgers en externe specialisten, maar ook de bij de planvorming direct betrokkenen. De rollen liggen niet vast maar rouleren. Naast het verkrijgen van veel nieuwe informatie komen de deelnemers hierdoor in contact met veel meer facetten van het plangebied dan die zij vanuit hun eigen positie kunnen waarnemen.

Successies Uit de resultaten van TMWD worden vervolgens minimaal drie concrete voorstellen geformuleerd die kunnen functioneren als concrete bijdragen aan de cultuur van Weurt tot Deest vanuit de beeldende kunst, landschapskunst of bouwkunst. De deelnemers aan deze successies worden geselecteerd uit alle eerdere betrokkenen. Het team werkt de voorstellen zover uit dat alle voorbehouden voor realisatie zijn weggenomen. Deze plannen zijn het eindproduct van dit project en worden in het najaar van 2001 aan een breed publiek gepresenteerd via publicaties en een symposium.

< vorig | volgend > | home ^ | print | afbeelding


De uitvinding van het Uiterwaardenmodel is een project van Bureau Venhuizen in opdracht van de Stichting van Weurt tot Deest, Beuningen. (juni 2000 - september 2002)

Concept Management
Bureau Venhuizen; Hans Venhuizen, Maureen Timmermans, Margot Lieftinck

Met medewerking van

Visualisatie van De Peiling
Minke Themans, Rotterdam

Tekstredactie
Hilde de Bruijn

Communicatie advies
Henze Pegman

Tekst Uiterwaardenmodel
Paul Meurs

Deelname Studentsessies
- Bergen Arkitekt Skole, Noorwegen
- Fachhochschule Biel/Bern, Zwitserland
- University of Warsaw, Polen
- Kunstacademie Arnhem/Afdeling OK5,
Kunst in de publieke ruimte
- Lucas Verweij, Schie 2.0, Rotterdam

Design en onderhoud website

www.uiterwaardenmodel.nl
Patrick-Henri Burgaud, Arnhem

Sociologisch-antropologisch onderzoek Beuningen
Heitor Frugoli Junior, Sao Paulo Brazil

De bezieling van Beuningen
Sjaak Langenberg, Annet Delfgauw

Recyclicity
2012 Architecten Rotterdam (Jan Jongert, Denis Oudendijk, Césare Peeren)

Fotografie op deze pagina’s
Endre Sten Nilsen, Maureen Timmermans, Hans Venhuizen

Met dank aan
Wethouders, medewerkers, inwoners en diverse gesprekspartners bij de Gemeente Beuningen, Gideon Boie, Irmin Eggens

Met financiële ondersteuning van
De Gemeente Beuningen
De Provincie Gelderland
Bouwfonds Cultuurfonds
Prins Bernhard Cultuurfonds
VSB Fonds