De 6%regeling

< vorig |volgend > | home ^ | print


GEMIDDELD ZES PROCENT van de inwoners van Nederland is van niet-Nederlandse afkomst. In 1997 was dit voor Gouda 10%, waarvan 6% afkomstig uit Marokko. In de gesprekken tijdens de voorbereiding van dit project
volgde na het noemen van de betreffende allochtonengroep vrijwel direct de verwijzing naar criminaliteit en onveiligheid.
Bij navraag bleek die te worden veroorzaakt door een groep ‘ontspoorde’ jongeren van vooral Marokkaanse afkomst. De ontsporing van deze jongeren kan bovenal worden toegeschreven aan de culturele tussenpositie die ze innemen. Deze positie staat een nieuwe interculturele symbiose op korte termijn in de weg.




In het project is onderzoek gedaan naar
de mogelijkheden om deze symbiose te bespoedigen. Gekeken is naar de kansen om de vestiging van deze bevolkingsgroep manifester tot uitdrukking te laten komen, zodat ze een stedelijk-culturele onderhandelingspositie in kunnen gaan nemen. Het uitgangspunt was om een plan te maken waarmee de Marokkaanse gemeenschap haar culturele aanwezigheid terugvindt in 6% van het stedelijk gebied, nu is dit bij lange na nog geen 1%.
Het merendeel van de niet-Nederlanders in Gouda is gehuisvest in een monoculturele buitenwijk als Vreewijk. Hierdoor is de uitwisseling met de andere culturen in de stad ver te zoeken. Beter zou zijn een locatie te vinden in het centrum van de historische stad, daar waar zich van oudsher de lokale cultuur bevindt. Uitermate geschikt hiervoor is de zogenaamde ‘Verheul-locatie’ aan het Raam en de Vlamingstraat. Het programma dat voor dit gebied kan worden opgesteld is in cultureel opzicht uitgebreider dan enkel het herbergen van cliché-faciliteiten als het badhuis, moskee, markt, bazaar en het onvermijdelijke Marokkaanse jongerencentrum. Het beoogt ook ruimte te bieden aan nieuwe initiatieven, variërend van een voetbalclub tot aanleunwoningen voor Marokkaanse ouderen. Wanneer voor al deze en toekomstige initiatieven nu reeds de plaats en bestemming wordt vastgelegd in een stedenbouwkundig plan wordt voorkomen dat voor elk nieuw plan steeds weer strijd moet worden geleverd. Zo kan er, vergelijkbaar met een ‘Quartier Laten’, een ‘Sixcentième Maroc’ ontstaan.

Le Sixcentième Maroc In de wetenschap dat het onmogelijk en zelfs onwenselijk is om in Nederland op Walt Disney-achtige wijze een authentiek Marokkaans gebouw na te bootsen, wordt er in het plan gebruik gemaakt van culturele herkenning. Er is gestreefd naar een overeenkomst op het archetypische niveau, slim gebruik makend van de geldende lokale richtlijnen voor behoud van historische gevels, gevelbreedtes, minimale gevelhoogtes, maximale nok en goothoogtes die zijn vastgelegd in het bestemmingsplan.

De identiteit van de Nederlandse stad is vastgelegd in de deels monumentale gevelwanden en de parcelering van het bouwblok, daarom worden deze behouden. Alleen het grillig gevormde gebied dat op dit moment onbebouwd is en waarop dus geen Nederlandse culturele claim ligt, wordt gebruikt voor ‘le sixcentième Maroc’, waardoor er een bouwmassa met ommuurde pleinen ontstaat, een soort stedelijk interieur.
De bouwmassa toont zich op diverse plaatsen door gaten in de gevelwand van het bouwblok. De eerste 12 meter achter de gevel is de bouwmassa onderhevig aan de gevelbreedte-, goot- en nok-hoogte regels die, gekoppeld aan de maximale zichtlijn vanaf de straatzijde, een zeer plastisch driedimensionaal daklandschap opleveren. De eerste 12 meter bouwmassa wordt, analoog aan de woningen in een traditionele Marokkaanse stad, zeer sober en zonder detail uitgevoerd, en is vooral bestemd voor diverse soorten woningbouw (1), waarbij het interieur zich voornamelijk richt op het gebruik van dakterrassen.



Vanaf 12 meter achter de gevel geldt slechts de regel dat de bouwmassa niet waarneembaar mag zijn vanaf de straatzijde, en kan de massa op iedere gewenste manier worden ingevuld. In dit middengebied (2) is het juist de bedoeling om in de architectuur van de gebouwen veel aandacht te besteden aan de tactiliteit en de grafische weelde van de gevel, zodat dit de aangewezen plaats is voor een ‘traditionele’ minaret, moskee en badhuis. Op de riante binnenpleinen ontstaat ruimte voor zowel een marktplein (3), een sportveld als diverse kleinere tuinen. Hierdoor ontstaat er op een stedenbouwkundig niveau een kleine Marokkaanse stad, waarvan de grootste schatten pas zichtbaar zijn als je haar betreedt en er ‘cultuur’ mee uitwisselt.

< vorig | volgend > | home ^ | print


De 6% Regeling maakt deel uit van de Kunst van het Vestigen

Conceptmanagement
Bureau Venhuizen, Hans Venhuizen

Deelnemers aan de 6% Regeling
Tom Frantzen / Bouchaib Dihaj / Mustapha Driouach

Uiteindelijk voorstel en visualisatie
Tom Frantzen